Diagnostische onderzoeken

Deelnemers Sjögren team

Reumatoloog

De internist-reumatoloog brengt uw klachten en symptomen in kaart die mogelijk bestaan naast uw gevoel van droge ogen en een droge mond. Er wordt ook gekeken of de uitslag van het bij u verrichtte bloedonderzoek past bij het syndroom van Sjögren.

De verpleegkundig specialist

De verpleegkundig specialist heeft een centrale rol binnen het Sjögren team. Afspraken op de polikliniek reumatologie vinden vaak afwisselend plaats bij de internist-reumatoloog en de verpleegkundig specialist. U kunt laagdrempelig bij haar terecht met vragen over uw ziekte en behandeling.

De oogarts

De oogarts voert een aantal oogtesten uit. Uw traanproductie wordt gemeten en uw hoornvlies wordt beoordeeld.

De kaakchirurg (MKA-chirurg)

De kaakchirurg onderzoekt de functie van de speekselklieren en beoordeelt de gezondheidstoestand van uw mond.

De mondhygiënist

De mondhygiënist neemt speeksel bij u af. Een droge mond verhoogt de kans op gaatjes van uw tanden en kiezen en op het ontstaan van ontstekingen in de mond. Daarom geeft de mondhygiënist u adviezen voor de verzorging van uw gebit.

Voor een overzicht van de medewerkers van het expertisecentrum, ga naar het kopje Wie is wie?.

De onderzoeken

Speekselafname

Er wordt zowel een ‘totaal’ speekselmonster verzameld als speeksel verzameld van de verschillende speekselklieren. Voor het verzamelen van ‘totaal’ speeksel wordt u gevraagd gedurende 5 minuten op een soort van kauwgom te kauwen en het speeksel regelmatig in een potje uit te spugen.
Voor het verzamelen van het speeksel van de verschillende speekselklieren worden aan de binnenzijde van uw linker- en rechterwang zuignapjes geplaatst. Deze zuignapjes worden over de uitmonding van de uitvoergang van de oorspeekselklier in de mond geplaatst. Deze uitmonding bevindt zich ongeveer ter hoogte van de eerste grote kies in de bovenkaak. Aan de zuignapjes zit een slangetje waardoor het speeksel uit de oorspeekselklier kan worden opgevangen. Dit zijn de vier slangetjes die te zien zijn op de afbeelding. Het speeksel dat zich, als de afvoergangen van de beide oorspeekselklieren zijn afgesloten met de zuignapjes, in de mondbodem verzameld is het speeksel dat afkomstig is van de onderkaaksspeekselklieren. Dit speeksel zuigen wij op om ook een indruk te krijgen van de functie van de onderkaaksspeekselklieren. Zoals op de afbeelding te zien wordt dit gedaan door middel van een spuit.

Wanneer u het medicijn pilocarpine (salagen®) gebruikt mag u dit op de dag van het polikliniekbezoek niet innemen. Vanaf een uur voor het onderzoek mag u niet eten, drinken of roken. Ook mag u in deze periode ook uw tanden niet poetsen. Eten, drinken en tandenpoetsen stimuleren namelijk de vorming van speeksel, waardoor wij dan geen goede inschatting kunnen maken hoe uw speekselklieren in rust functioneren. Het onderzoek duurt ongeveer twintig minuten. Het is niet belastend en geeft geen pijnklachten.

Echografie van de speekselklieren

Echografie is een onderzoek waarbij we met behulp van ultrageluidsgolven (voor de mens niet hoorbaar geluid) organen of structuren in het lichaam in beeld kunnen brengen op een beeldscherm. Het onderzoek is onschadelijk en niet pijnlijk. Het onderzoek vindt plaats op de poli Systeemziekten en duurt ongeveer 20 minuten. Gedurende het onderzoek wordt een koude gel op uw huid aangebracht ter hoogte van uw speekselklieren om de geluidsgolven te geleiden. Vervolgens worden afbeeldingen gemaakt van uw speekselklieren. U hoeft geen speciale maatregelen te nemen voorafgaand aan het onderzoek. Tijdens het onderzoek zullen wij u vragen uw hals te ontbloten en sieraden of bril af te doen, zodat deze niet vettig worden van de gel. Ook na het onderzoek zijn er geen bijzondere maatregelen of beperkingen.

Echografie beelden van de:
a. Oorspeekselklier (parotis) van een gezond persoon
b. Oorspeekselklier (parotis) van een Sjögren patiënt
c. Onderkaakspeekselklier (submandibularis) van een gezond persoon
d. Onderkaakspeekselklier (submandibularis) van een Sjögren patiënt

 .

.

Oogonderzoek

Het onderzoek bestaat uit een traanvochtonderzoek, een uitwendig oogonderzoek en eventueel inspectie van uw netvlies. De hoeveelheid traanvocht dat u aanmaakt wordt gemeten door een klein filterstripje net onder het onderste ooglid te plaatsen, de zogeheten Schirmertest. Na vijf minuten wordt dit stripje verwijderd en kan de hoeveelheid traanvocht worden afgelezen (het aantal mm dat het stripje is bevochtigd). De Schirmertest is te zien in de afbeelding.
Daarnaast wordt ook de traanconcentratie gemeten door met een sensor kort het oog aan te raken Dit onderzoek wordt uitgevoerd door een verpleegkundige. Hierna gaat u naar de oogarts die met verschillende kleurstoffen eventuele uitdrogingseffecten en beschadigingen aan het hoornvlies kan opsporen. Dit onderzoek kan enigszins gevoelig zijn en duurt ongeveer vijftien minuten. Soms is het mogelijk dat u druppels krijgt welke de pupillen vergroten, in dat geval mag u niet autorijden na afloop (gedurende 2-3 uur). Afhankelijk van de bevindingen geeft de oogarts u adviezen en medicatie. Mocht u brildragend zijn, is het prettig als u uw huidige bril meeneemt.

Parotisbiopsie

Bij dit onderzoek wordt door de kaakchirurg een stukje speekselklierweefsel uit de oorspeekselklier aan de buitenzijde van de wang genomen. Hiervoor krijgt u eerst plaatselijke verdoving toegediend. Het sneetje wordt gemaakt in een huidplooitje onder uw oorlel. Er ontstaat een wondje van ongeveer 1 centimeter dat met een aantal hechtingen gesloten wordt. Op de afbeelding geeft het blauwe lijntje aan waar dit sneetje gemaakt zal worden. De oorspeekselklier is hier getekend zodat het duidelijk is waar deze klier zich bevindt. Aan het eind van de ingreep wordt soms een drukverband aangebracht, wat de dag na de ingreep door uzelf verwijderd kan worden. Van het litteken is na genezing van het wondje vrijwel niets meer te zien. Het onderzoek neemt ongeveer vijftien minuten in beslag. U mag in de uren voor het onderzoek gewoon eten en drinken. Na zeven dagen kan de huisarts de hechtingen verwijderen.

Omdat dit onderzoek onder plaatselijke verdoving plaatsvindt, hoeft u voor dit onderzoek niet nuchter te zijn. Voor dit onderzoek dient u wel iemand ter begeleiding mee te nemen. Het wordt afgeraden de eerste uren na de ingreep zelf auto te rijden.